Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik zeide tot den Engel, Die met mij sprak: [50]Wat zijn deze? En Hij zeide tot mij: [51]Dat zijn de hoornen, welke Juda, Israel en Jeruzalem verstrooid hebben. 50. Waarvan zijn deze hoornen een teken? Wat beduiden zij? 51. Dat is, die betekenen de Babyloniers en andere machtige natien, die het met hen houden.